Projectmanagement op de Afsluitdijk: zorgen voor een stabiele scope

  • 25 februari 2016
  • Florence Tonk

“De Afsluitdijk is van iedereen,” zegt Joost van de Beek. Daarmee heeft hij een prachtig project te managen. Tegelijkertijd liggen daar ook zijn uitdagingen. In 2022 moet de volledige 32 kilometer dijk zijn vernieuwd, zodat Nederland in de toekomst goed beschermd blijft tegen het water. Het project vraagt volgens Joost om een “stabiele scope”. In een gesprek op zijn kantoor in Lelystad vertelt hij meer over zijn aanpak van dit omvangrijke project.

Joost van de Beek. Foto door Jorrit 't Hoen

Joost van de Beek. Foto door Jorrit ’t Hoen

Joost van de Beek werkt 15 jaar bij Rijkswaterstaat. Vanwege zijn financiële achtergrond, hij studeerde bedrijfseconomie, was hij betrokken bij de verdubbeling van Rijksweg N31, waar het eerste Design, Build, Finance & Maintain (DBFM) contract werd toegepast. In 2007 maakte hij de overstap van bedrijfsvoering naar projecten, vanuit de wens dichter op het primaire proces te zitten. Hij deed een aantal projecten rond de Afsluitdijk en het Markermeer. Sinds drie jaar is hij eindverantwoordelijke voor de vernieuwing van de gehele Afsluitdijk. Op dit moment werkt Joost met een team van zo’n 50 mensen aan het DBFM contract dat eind dit jaar de markt opgaat.

Kun je iets meer vertellen over dit project?

“Rijkswaterstaat doet iedere zes jaar een soort APK-keuring voor alle dijken in Nederland en de Afsluitdijk kreeg in 2006 een onvoldoende. De dijk voldoet niet meer aan de veiligheidseisen. Daarom gaan we het hele dijklichaam over 32 kilometer overslagbestendig maken door de buitenbekleding te vervangen. De 25 spuikokers in twee complexen worden versterkt. Voor de schutsluizen bij Den Oever plaatsen we een keersluis en bij Kornwerderzand komt ook een nieuwe keersluis. Om meer water te kunnen afvoeren uit het IJsselmeer gaan we bij Den Oever ook het grootste gemaal van Europa bouwen, op dit moment ligt dat nog in IJmuiden. Dat gemaal kan straks 10 olympische zwembaden per minuut wegpompen vanuit het IJsselmeer naar zee. Dat is de Rijkswaterstaat-scope.”

Daarnaast is er een samenwerkingsverband tussen Rijk en regio?

“Vanaf het begin van het project hebben we gedacht: gelegenheid schept een kans. Als je die Afsluitdijk groots gaat opknappen dan kan je dat combineren met andere ambities. Een aantal van die zaken nemen we mee in het contract. Zo gaan we een extra fietspad aanleggen en komt er een vismigratierivier voor bepaalde vissen die een hele geleidelijke overgang van zoet naar zout water nodig hebben. Voor de vismigratierivier gaan wij een soort ‘gat in de dijk’ met een keersluis aanleggen. Onze regionale partners (provincies Fryslân, Noord-Holland en de gemeenten Súdwest-Fryslân, Harlingen en Hollands Kroon) leggen, met bijdragen van onder andere het Waddenfonds en de Postcodeloterij, de vismigratierivier aan. Ook knappen we de verzorgingsplaats bij het monument op en kijken we of we het restaurant kunnen upgraden. Ook dat doen we samen met de provincies en gemeenten. En we dragen bij aan het beleefcentrum dat de regio opent in Kornwerderzand in 2017. Daar kunnen bezoekers van de Afsluitdijk informatie vinden over de geschiedenis van de dijk, het project, over waterveiligheid in Nederland, de vismigratierivier en de Waddenzee.

En jullie gaan duurzame energie winnen op de Afsluitdijk?

“Bij Breezanddijk staat sinds 2014 een pilotcentrale voor blue energy, waar energie wordt opgewekt uit het verschil in zoutconcentratie tussen zout en zoet water. Maar de hele Afsluitdijk wordt een showcase voor alternatieve vormen van duurzame energie. Dat gaan we uitbreiden. In Den Oever wordt er momenteel stromingsenergie gewonnen bij de spuisluizen en bij Kornwerderzand komt er hoogstwaarschijnlijk een grotere centrale voor stromingsenergie bij. Op dit moment is de Afsluitdijk energieneutraal en dat willen we zo houden. Maar als we straks het grootste gemaal van Europa hebben, vergt dat een “tikje” meer stroom.”

Hij zei er al iets over bij De Wereld Draait Door maar wat gaat kunstenaar Daan Roosegaarde precies op de Afsluitdijk doen?

“De minister heeft aan studio Roosegaarde gevraagd om een ‘belevingslaag’ toe te voegen aan de Afsluitdijk. De studio heeft meerdere ideeën ontwikkeld, er wordt nu gekeken welke er kunnen worden uitgevoerd.”

Wat zijn jouw uitdagingen op dit moment bij dit project?

“Ik ben aangesteld om in 2022 die dijk veilig te hebben. Tegelijkertijd wil iedereen iets met die dijk want de Afsluitdijk is in de beleving van mensen van iedereen. Bij projectmanagement heb je één basisregel en dat is een stabiele scope. Wij werken met een DBFM contract en dan geldt die regel nog sterker. Mijn uitdaging als projectmanager is: hoe ga je om met alle ambities van derden zonder dat het je primaire proces verstoort? En hoe zet je bijvoorbeeld een DBFM contract in de markt terwijl je ook te maken krijgt met een kunstproject, zoals dat van Roosegaarde? Bij DBFM geef je veel vrijheid aan de aannemer maar bij een kunstproject kan die aannemer niet teveel vrijheid krijgen omdat de kunstenaar de artistieke regie wil houden. Dat is opgelost door af te spreken dat het kunstproject afgerond moet zijn als de aannemer begint aan de dijkversterking. Ik heb daarvoor nauw overleg met mijn collega projectmanager bij Rijkswaterstaat die het project met Roosegaarde leidt. Het onderhoud van de belevingslaag neem ik wel mee in het DBFM contract. Zo kan ik focussen op mijn contract en faciliteer ik tegelijkertijd de ambitie van Roosegaarde en de minister om snel klaar te zijn met de belevingslaag.”

_MG_0648dijk2

Hoe organiseer je al die functies: veiligheid, ecologie, energie, beleving?

“Dat verschilt per thema. In het geval van die vismigratierivier is het een zaak van slim combineren. Rijkswaterstaat heeft toch een aannemer die op de dijk aan de slag gaat dus geven we die rivier mee als extra werk. Zo maak je werk met werk. Daar zitten kostenvoordelen aan. Door slim te combineren maak je binnen de planning je ambities waar. Door de coupure voor de vismigratierivier mee te nemen in het contract kwam het project bovendien in een stroomversnelling. Specialisten kunnen lang debatteren over hoe zo’n rivier precies moet worden aangelegd. Onze deadline voor het contract hielp hen om sneller knopen door te hakken: wat wordt het? Wij moeten dat voor een bepaalde datum weten zodat het meekan in het contract. Dat versnelt het proces, ook bij gemeenten en provincies.”

Tijdsdruk, veel ambities, veel partijen: hoe manage je dat?

“Soms lijkt het wel alsof men vergeet dat het een primaire waterkering is. Dat moet je vanuit projectmanagement beheersen. En dat betekent ook dat je ervoor moet zorgen dat het geen kermis wordt op die dijk. Want één van de kwaliteiten van de Afsluitdijk is juist dat hij recht en sober is. Helemaal aan het begin van het project hebben wij twee gerenommeerde architecten, Yttje Feddes en Paul de Ruiter, gevraagd om samen met ons een Masterplan Beeldkwaliteit te maken voor de hele dijk. Binnen dat plan moet iedereen werken zodat het geen rommeltje wordt.”

In welke fase van het project zit je nu?

“Met mijn projectteam werk ik nu heel hard aan het contract, het eerste DBFM contract waarbij nat en droog gecombineerd wordt. Met vier functies: passeren wegverkeer, passeren scheepvaart, waterkeren en waterafvoer. Dat is misschien wel mijn grootste uitdaging: Hoe ga je met dat contract om zodat al die functies en elementen ordentelijk in een contract komen, op een manier zodat het voor de markt te bevatten blijft.”

Hoe pak je dat contract aan? Jullie werken met Lean?

“Sinds begin januari werken we met visual management, een onderdeel van de Lean-methodiek. In Lean kun je ook een cursus doen maar daar hadden we geen tijd voor, visueel management zijn we gewoon gaan toepassen. In Utrecht hebben we een soort commandokamer met een 16 weken planning, waarop tien werksporen in beeld worden gebracht. Met briefjes hangen we daar alle activiteiten en producten in, iedere discipline heeft z’n eigen kleur. Elke maandagochtend zitten we met het kernteam in die commandokamer en kijken we of alle activiteiten volgens planning zijn afgerond. Als dat niet zo is komt er een frowny op, dat is een omgekeerde smiley. Degene die de frowny plakt, licht dat toe. Zo wordt meteen zichtbaar voor iedereen wat er vastloopt. We bespreken dat en vragen: ‘Wat is er gebeurd en hoe gaan we dit met elkaar oplossen?’ Dit systeem geeft ook heel goed alle onderlinge afhankelijkheden weer.”

Welke competenties vind jij belangrijk om een omvangrijk project als dit te managen?

“Regel één is dat je alle betrokkenen goed informeert en dat je transparant bent. De methodiek van visueel management ondersteunt die transparantie. En zodra er iets misgaat: meteen informeren. Als je een black box gaat creëren of ontwijkende antwoorden geeft op vragen, worden opdrachtgevers of teams onrustig en dat werkt niet. Regel twee is investeren in interne en externe netwerken, bij de provincie, gemeentes. En dan bedoel ik ook persoonlijke contacten met mensen uit die netwerken. Iets anders wat ik belangrijk vind, is de rust bewaken. Ik noem dat ‘het dak dichthouden’. Alle mogelijke verstoringen van het productieproces tegenhouden, of ze nu van buiten of van binnen komen. De top moet je goed informeren zodat men daar weet: het gaat goed. Zo kan mijn team rustig aan de productie te werken. Ik moet heel onbescheiden zeggen, dat me dat me redelijk goed lukt.”

Welke stijl heb jij als projectmanager?

“Hoewel je als projectmanager geen superspecialist hoeft te zijn, geloof ik niet in procesmanagement zonder inhoud. Ik wil alles op hoofdlijnen kunnen snappen, ook hoe een dijk in elkaar zit. Daarnaast probeer ik benaderbaar en toegankelijk te zijn, voor mensen in mijn omgeving. Voor mijn projectteam, maar ook een bezorgde bewoner van Kornwerderzand moet mij gewoon kunnen bellen. Ook vorm ik de schakel tussen mijn interne opdrachtgevers en mijn projectteam. En wat ik essentieel vind, is het balanceren: welke zaken haal je wel of niet het project binnen en kun je faciliteren? Hoe houd je ondertussen de scope stabiel?”

Welke trends zie jij anno 2016 binnen het vak van projectmanagement?

“Ik zie dat het vak complexer wordt en leuker. Met meer modaliteiten zoals de aandacht voor beleving, natuur en milieu. Een andere trend is het gedeeld opdrachtgeverschap met provincies, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat of zelfs met de Vlamingen zoals bij Nieuwe Sluis Terneuzen. Dat vraagt andere capaciteiten van projectmanagers. Een derde trend is dat de maatschappij anders tegen de overheid aankijkt. De samenleving wenst een kleinere overheid met minder regels maar tegelijkertijd komen ze al bij een losse stoeptegel klagen bij de gemeente. En de foutentolerantie neemt af. Stakeholders zijn ook steeds beter georganiseerd. Bij de Afsluitdijk heb ik schatten van stakeholders maar kijk eens bij andere projecten, zoals de Zuidas: ze hebben een advocaat of zijn er zelf een. Het politieke krachtenveld is complexer. Hoe daar mee om te gaan vraagt andere skills van de projectmanager.”

Hoe waak je over je fitheid, fysiek en mentaal?

“Op tijd afstand nemen en je rust pakken is belangrijk. En relativeren. De Afsluitdijk is niet het middelpunt van de wereld. Er staat wel echte druk op dit project maar daarnaast zit er ook druk die je jezelf oplegt. Dat heeft met ambitieniveau te maken en die heb je ook nodig bij projecten als deze. Dat geldt overigens voor alle projecten die bij Neerlands diep zijn aangesloten. Daar zitten goeie mensen met ontzettend veel motivatie. Wat ook helpt is een team dat sprankelt en ambitieus is. Het is gaaf om daar leiding aan te geven. Zo ervaar ik dit project ook.”

 

Voor meer informatie zie ook: www.deafsluitdijk.nl

Reageer

  1. vanvelse21@gmail.com schreef:

    Vandaag weer over de afsluitdijk gereden,hele dijk vast door file en niemand aan het werk fantastisch geregeld dat gaat al jaren zo en duurt dus zo ook nog jaren.logisch als er niet gewerkt wordt

Ook interessant

  • Een digitale revolutie

Een digitale revolutie. We zitten er middenin. Ook in de publieke bouw- en infraprojecten. Ervan weglopen? Dat kan. Toekijken en aanschouwen? Kan ook nog. Maar voor hoe lang nog? Het nu beetpakken, omarmen en uitdragen van technologische ontwikkelingen, is de optie waar de deelnemers van Nd Digitaal Leiderschap voor kozen. Want, het meebewegen in een […]

lees meer
  • Anders samenwerken met je stakeholders in de Nd Opgave-impuls

In de Nd Opgave-impuls staat het werken aan een complexe opgave samen met het stakeholderveld centraal. Het programma helpt teams het veld in kaart te brengen, stakeholders uit te nodigen en collectief eigenaarschap te creëren rond een opgave. Vijf teams rondden het programma – tot dan nog de Nd Transitiechallenge – begin van dit jaar […]

lees meer
  • Zuidasdok OVT gespiegeld door collega’s

Station Amsterdam Zuid groeit snel en wordt naar verwachting het op een na grootste station in Amsterdam. Een gezamenlijk programma van Rijkswaterstaat, ProRail en Amsterdam richt zich op het ondergronds brengen van de A10-zuid bij de Zuidas. Het project Zuidasdok is in 2020 omgevormd tot een programma-organisatie met afzonderlijke projectonderdelen. Het eerste project, de OV […]

lees meer