Projectmanager Jim van Leersum ging onderuit in 2015: burn-out. Jarenlange overbelasting, grote bevlogenheid en gedrevenheid, een te volgeplande agenda, lange werkweken en gebrek aan grenzen gingen eraan vooraf. Jim vertelde Neerlands diep wat er misging, wat hem hielp bij zijn herstel en welke steun hij kreeg van ProRail en zijn leidinggevende. Zijn gouden preventietip aan collega’s uit het netwerk: “Vraag jezelf af en toe af of je nog wel met de goede dingen bezig bent. Ga niet maar door als een blind paard.” Dit interview is de laatst in een reeks van drie interviews over stress en veerkracht. Eerder spraken we programmamanager bij Neerlands diep, Luc Boekesteijn en veranderkundige Shirine Moerkerken. Lees hier deel 1 en hier deel 2.
Over Jim
Jim van Leersum is projectmanager stations bij ProRail. Hij is veertig jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Ook is hij alumnus van Nd Brug 9 en Nd Brug 11. Waarom twee Brugprogramma’s? Ergens tijdens Brug 9, in augustus 2015 om precies te zijn, “viel hij om” zoals hij het zelf omschrijft. “Dit thema raakt ons allemaal,” aldus Jim. Daarom wilde hij zijn persoonlijke ervaring graag delen met Neerlands diep.
“Ruimte en aandacht heb je nodig bij herstel.” – Jim van Leersum, ProRail

Jim van Leersum – Projectmanager ProRail. Foto: Jorrit ’t Hoen
Hij was 38 toen het gebeurde. Een jong gezin, vrouw met ook een drukke baan, en al zeker dertig jaar in zijn vrije tijd actief als lid van twee orkesten, waarvan twintig jaar als arrangeur. Jim kwam net terug van vakantie toen het misging. Hij schaamde zich in eerste instantie, naar zijn collega’s, leidinggevende, zelfs naar zijn familie toe. “Het leek allemaal zo goed te gaan maar eigenlijk ging het persoonlijk heel slecht.” Maar wat bleek, toen Jim zijn omgeving vertelde dat hij burn-out was, bleken veel meer mensen zo’n ervaring te hebben gehad. Zelfs zijn eigen vader, in 1974, een paar jaar voor Jims geboorte. “Aan de ene kant dacht ik: Hoe kan het dat we ons allemaal zo gek laten maken dat het zover kan komen? Aan de andere kant was het ook bevrijdend om te horen dat ik niet de enige was met deze ervaring.”
Wat doe ik hier?
Dat hij een dag na terugkeer van een lange vakantie instortte, is een fenomeen dat vaker voorkomt bij burn-out. Achteraf gezien merkte hij al tijdens de vakantie grote weerstand bij zichzelf, als hij nadacht over werk. “Ik had zo’n bak met werk liggen. Ik had zeker zeventig tot tachtig uur per week werk aan mijn projecten. Die uren kon ik er niet insteken waardoor niet alle projecten de aandacht kregen die ze verdienden. Daar moet ik bij zeggen: dat deed ik mezelf ook aan. Die maandag na mijn vakantie heb ik mijn baas een app gestuurd: ‘Ik heb te veel werk.’ We hadden de volgende dag een bila gepland. Ik heb en had een goede band met mijn baas. Maar diezelfde maandagochtend dacht ik op het werk: ‘Wat doe ik hier?’’’
Zinvol
Jim praatte met een goede collega die hem op het hart drukte om die ochtend nog naar huis te gaan. Eenmaal thuis, met de deurklink nog in de hand, stortte hij in. De volgende dag is hij nog wel naar de afspraak met zijn baas gegaan, die hem meteen naar de bedrijfsarts stuurde. Hij werd doorverwezen naar de bedrijfspsycholoog. Dat laatste was zinvol, zegt Jim achteraf gezien. De psycholoog zei: “Je mag alles, zolang het je energie oplevert. Ga onderzoeken wat je wel of niet kan.”