Sophie Vulink, studente Construction Management and Engineering aan de TU Delft, heeft haar afstudeeronderzoek verricht in samenwerking met Neerlands diep. Het onderwerp van haar onderzoek was de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bij omgevingsmanagement.
“Ik onderzocht de samenwerking op het gebied van omgevingsmanagement tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Door de cultuurverschillen die er zijn tussen deze beide partijen is samenwerken soms lastig. Ik heb op basis van literatuuronderzoek en interviews met omgevingsmanagers bij vier projecten een model ontwikkeld om de mate van de samenwerking bij omgevingsmanagement te kunnen bepalen. Om de uitkomsten van mijn onderzoek te verrijken heb ik het model getoetst tijdens een workshop met de geïnterviewden van de vier projecten.
“A2 Maastricht, de Galecopperbrug (één van de bruggen die wordt gerenoveerd in het kader van renovatie stalen bruggen), Ruimte voor de Lek (onderdeel van Ruimte voor de Rivier) en Combiplan Nijverdal.”
“Het model biedt de mogelijkheid om op basis van zes criteria je samenwerking onder de loep te nemen en bespreekbaar te maken. Deze zes criteria zijn: vertrouwen, houding, doel, risico, communicatie en projectorganisatie. Wanneer beide partijen de bijbehorende vragenlijst beantwoorden ontdek je waar er anders gescoord wordt en waar je dus anders tegen de samenwerking aan kijkt. Dat is dan het punt waarover je in gesprek kunt. Wat ik ontdekte was dat wanneer de antwoorden van opdrachtgever en opdrachtnemer meer op één lijn liggen, zij ook tevredener waren over de samenwerking in het project. Dit werd bevestigd in de workshop. Een samenwerking hoeft niet heel intensief te zijn, als de verwachtingen maar hetzelfde zijn. Deze verwachtingen worden weergegeven door het model. Natuurlijk zijn er wel meer mogelijkheden voor een project wanneer er intensiever wordt samengewerkt.”
“Ik heb een korte toelichting gegeven over mijn onderzoek en bevindingen. De omgevingsmanagers waren enthousiast over de bruikbaarheid van het model. Een suggestie die gedaan werd is om het standpunt van de omgeving te integreren in het model. Als de omgeving niet te spreken is over het project zelf en de samenwerking, is je project nog steeds niet succesvol. Hierbij gaat het met name om hoe burgers aankijken tegen de projectorganisatie en de relatie met de omgeving. Burgers maken minder onderscheid tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Hoe zij aankijken tegen de projectorganisatie zou een mooie aanvulling zijn op dit model. Deze toevoeging zou buiten de scope van mijn onderzoek vallen, dus daar ben ik verder niet mee aan de slag gegaan.”
“Je kunt het model vooraf gebruiken om je doel te bepalen. Het model biedt de mogelijkheid om de samenwerking vanuit het perspectief van opdrachtgever en opdrachtnemer te bekijken en laat duidelijk zien waar het wringt. Daarnaast geeft het model het level van samenwerking weer. Deze levels zijn gebaseerd op het maturity model van Meng. Hij heeft vier levels van samenwerking gedefinieerd. Level 1 is meer in lijn met de traditionele opstelling van opdrachtgevers en opdrachtnemers en level 4 is een hechte samenwerking als partners. Vooraf kan je afspreken welk level je wilt behalen en gedurende het project kan je de vragenlijst uit het model gebruiken om een vinger aan de pols te houden. Tijdens het project kunnen er tenslotte dingen gebeuren die de samenwerking sterk beïnvloeden. Ook is het mogelijk om het model na afloop van het project te gebruiken om je samenwerking te evalueren.”
“Voor mij en mijn counterpart bij de opdrachtnemer was het mooi om te constateren dat wij de vragenlijst van Sophie identiek hadden ingevuld. Onze visie op het project en onze samenwerking blijkt hetzelfde te zijn. De samenwerking verloopt ook goed. We blijven het model ook gedurende het project gebruiken omdat we beide vinden dat het goed is regelmatig de thermometer erin te steken. Blijkt dan dat dingen veranderd zijn, dan kunnen we maatregelen nemen. Ik zie de kwaliteit van onze samenwerking als een kritische succesfactor voor ons project.”
“Dat de wijze waarop wij samenwerken bij A2 Maastricht, in één pand en bij elkaar binnenlopend wanneer dat nodig is, niet vanzelfsprekend is. Het is een manier van samenwerken die bij ons en ons project past, maar die niet in iedere situatie noodzakelijk of zaligmakend is. Dat je beide dezelfde ideeën en verwachtingen hebt van de samenwerking is wel belangrijk.”
“Naast mijn werk voor de A2 ben ik onlangs begonnen aan een nieuw project. De gesprekken met Sophie en de andere omgevingsmanagers hebben mij geholpen mijn gedachten verder te ordenen over hoe ik omgevingsmanagement wil inzetten. Daar heb ik nu, bij het zoeken naar nieuwe samenwerkingen en optimalisaties voor de omgeving, baat bij.”