‘Een goed contract maakt nog geen goed project’

  • 30 september 2014
  • Jenny Kamstra

Bovenstaande stelling zette Hans Ruijter, programmadirecteur weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) bij Rijkswaterstaat, aan het denken over wat hij zelf ‘dienend opdrachtgeverschap’ noemt. Dienend opdrachtgeverschap is het onderwerp dat hij inbracht en toelichtte tijdens het Zomeravondgesprek dat Neerlands diep vorige maand organiseerde. Onder andere Alex Vermeulen, projectdirecteur bij het Rijksvastgoedbedrijf, was aanwezig tijdens deze zomeravond.

Hans Ruijter, projectdirecteur Schiphol-Amsterdam-Almere. Foto: Jorrit 't Hoen

Hans Ruijter, projectdirecteur Schiphol-Amsterdam-Almere. Foto: Jorrit ’t Hoen

Hans, wat is dienend opdrachtgeverschap?

‘Het idee over dienend opdrachtgeverschap is ontstaan omdat ik het gevoel heb dat een aantal projecten bij Rijkswaterstaat beter zou kunnen lopen. Omdat we al onze projecten toch tot een goed einde willen brengen zullen we naar mijn mening op een andere manier moeten samenwerken met onze aannemers. Onlangs was ik in het kader van een aanbestedingstraject aanwezig bij een ontwerpatelier. Daar was ik zo onder de indruk van de creativiteit van één van de gegadigden, dat ik mezelf de vraag stelde: “wie zijn wij om zo’n deskundige partij straks te vertellen hoe hij z’n werk moet doen?”. De gedachte vormde zich bij mij dat sommige projecten meer gebaat zijn bij een opdrachtgever die de opdrachtnemer faciliteert om het bouwproces zo ongestoord mogelijk te laten verlopen. Die ongestoorde voortgang is namelijk een gezamenlijk belang.’

Wat betekent dat in de praktijk?

‘De afgelopen jaren meenden we als opdrachtgever zelfs niet meer naar buiten te hoeven om feeling met het werk te hebben. We hadden tenslotte in het contract precies vastgelegd wat we wilden hebben. Op de projecten van SAA gaan we nu juist weer naar buiten om een beter beeld te krijgen van het werk dat wordt gerealiseerd en de problemen waar de aannemer tegenaan loopt. We moeten ons daarbij continu de vraag stellen wat wij kunnen doen om de aannemer efficiënter z’n werk te laten verrichten. Een ongestoord bouwproces is immers ook in ons belang. Omdat je het niet contractueel verplicht bent, hoef je het nog niet na te laten. Ik ben ervan overtuigd dat een goed contract alleen nog geen goed project maakt.’

Waarom bracht je jouw idee in voor het Zomeravondgesprek?

‘Dankzij een gesprek met programmamanager Alijd Bunge van Neerlands diep kon ik dienend opdrachtgeverschap inbrengen als onderwerp tijdens het Zomeravondgesprek. Ik beschouw dat als een denktank waarin vakgenoten gezamenlijk ideeën verkennen. Kritische blikken zijn cruciaal om verder te komen met een idee. Daar wordt je idee rijper en sterker van. Het Zomeravondgesprek kwam precies op het juiste moment. Zelf werk ik bij Rijkswaterstaat. Dat er bij het Zomeravondgesprek juist ook mensen van bijvoorbeeld ProRail en het Rijksvastgoedbedrijf aanwezig zijn, levert verfrissende ideeën op. Alle drie die partijen lopen op sommige punten op elkaar voor en op andere punten op elkaar achter.’

Eén van de deelnemers aan het Zomeravondgesprek was Alex Vermeulen, werkend bij het Rijksvastgoedbedrijf. Hij geeft aan dat de diversiteit van hem nog wel wat groter mag zijn. ‘Er waren vrij veel projectmanagers uit de civiele bouw. Ik was de enige uit de utiliteitsbouw.’

Hoe heb je het Zomeravondgesprek ervaren?

‘Het was voor alle aanwezigen een nuttige avond, daar twijfel ik niet aan. Net als in het Topprogramma, waar ik momenteel aan deelneem, ben je onder gelijken, andere professionals. We zijn allemaal trots op wat we doen en delen graag onze kennis zodat we ons als professional ook kunnen verbeteren.’

Alex, hoe sta jij tegenover dienend opdrachtgeverschap?

‘Ik ben het roerend eens met Hans Ruijter, we spraken over een omslag in het denken van opdrachtgevers. We realiseren ons meer en meer dat we niet precies moeten voorschrijven, moeten dicteren, wat en hoe we het willen hebben. We zouden veel beter werk krijgen als we onderzoeken hoe we het beste uit de markt en het beste uit mensen krijgen. Maar contractvormen bieden die ruimte nog niet. Daarin dicteren we nog precies wat we willen en hoe we het willen. Gunnen is een omslagpunt in een aanbesteding. Het moment dat je een aannemer hebt bij je opdracht. Maar we zouden veel verder komen als we elkáár ook meer zouden gunnen. En dat zie je in ieder project.’

Heeft de avond je ook iets gebracht dat je direct kon gebruiken?

‘Nou, ik heb iets op een oude kassabon geschreven. Dat was het enige dat ik bij me had. Als projectmanager ben je vooral bezig met de dingen die niet goed gaan. Je denkt in risicosessies ook van tevoren na over alles dat mis kan gaan. En er is in vrijwel ieder project een fase dat het aanvoelt als ploeteren. Daar wordt je wel eens een somberman van. Iemand merkte op dat we altijd ruimte moeten houden voor het benoemen van wat wel goed gaat. Want daar haalt iedereen zijn enthousiasme uit. Ook daar oog voor blijven houden, dat is één van de finesses van het vak. Die opmerking heb ik opgeschreven en dat kassabonnetje ligt nog steeds op mijn bureau. Benoem de zaken die goed gaan.’

En Hans, wat staat er dan op jouw kassabonnetje?

‘Haha! In mijn geval was het een naamkaartje. Ik heb een opmerking genoteerd van Paul Janssen, projectmanager Rotterdamsebaan. Hij noemde het zogenaamde 3C-model: condities, communicatie en chemie als belangrijkste drijvers van een goede samenwerking. Hij vertelde dat hij de chemie bevordert door het af en toe creëren van een meer informele setting (“voeten op tafel”). Dat 3C-model wilde ik graag onthouden.’

Hoe nu verder met dit gedachtegoed?

‘Het gesprek heeft mij gesterkt in mijn overtuiging. Ik heb veel waardevolle suggesties en opmerkingen meegekregen. Ik ga er nu eerst zelf mee aan de slag binnen mijn eigen projecten. Binnenkort hebben we binnen SAA een workshop over dienend opdrachtgeverschap met projectmanagers en contractmanagers. We bespreken daar hoe we heel praktisch met dit gedachtegoed aan de slag kunnen binnen onze eigen projecten. Ik ben daar erg enthousiast over.’

Reageer

Ook interessant

  • Meer grip op projectsucces door (wederzijds) begrip

“De realisatie van bouw- en infraprojecten kent een lange en rijke traditie. Een traditie die ons terugvoert naar de ‘Law-codes’ van koning Hammurabi (Babylonië, 1750 v. Chr.) waarin de eerste beginselen en afspraken voor samenwerking in de bouw terug te vinden zijn. Het succesvol realiseren van bouw- en infraprojecten in de huidige dynamische en complexe omgeving […]

lees meer
  • Een digitale revolutie

Een digitale revolutie. We zitten er middenin. Ook in de publieke bouw- en infraprojecten. Ervan weglopen? Dat kan. Toekijken en aanschouwen? Kan ook nog. Maar voor hoe lang nog? Het nu beetpakken, omarmen en uitdragen van technologische ontwikkelingen, is de optie waar de deelnemers van Nd Digitaal Leiderschap voor kozen. Want, het meebewegen in een […]

lees meer
  • Anders samenwerken met je stakeholders in de Nd Opgave-impuls

In de Nd Opgave-impuls staat het werken aan een complexe opgave samen met het stakeholderveld centraal. Het programma helpt teams het veld in kaart te brengen, stakeholders uit te nodigen en collectief eigenaarschap te creëren rond een opgave. Vijf teams rondden het programma – tot dan nog de Nd Transitiechallenge – begin van dit jaar […]

lees meer