Niko Poolen is projectmanager van Ruimte voor de Waal bij Nijmegen. Hij startte met dit project vlak na Pasen 2012. Vier jaar later, op tweede Paasdag 2016, was de cirkel rond. Het nieuwe eiland in de Waal, Veur Lent, is die dag feestelijk geopend voor het publiek. Tijd voor een terugblik op een bijzonder project.
Over het project
Ruimte voor de Waal is onderdeel van het landelijke programma Ruimte voor de Rivier. Bij Nijmegen maakte de Waal een scherpe bocht en vernauwde zich bovendien. Het project verplaatste daarom de dijk bij Nijmegen-Lent 350 meter landinwaarts en legde een nevengeul aan. Bij hoogwater geeft deze geul extra capaciteit voor de waterafvoer. Zo is een langgerekt eiland ontstaan, pal tussen de historische binnenstad op de zuidoever en het nieuwe stadsdeel Waalsprong op de noordoever. Het eiland en de nevengeul vormen samen een rivierpark, ingericht met een mix van water en natuur, recreatie en stedelijke activiteiten. De werkzaamheden werden uitgevoerd door aannemerscombinatie i-Lent (Dura Vermeer divisie Infra en Ploegam).
Beeld bijstellen
Niko Poolen werkte met dit project voor het eerst aan de opdrachtgeverskant en heeft daar veel van geleerd: “De betrokkenheid die ik vanuit verschillende mensen van de gemeente Nijmegen heb ervaren is enorm. Ik leerde hoe de processen in een overheidsorganisatie lopen en hoe besluitvorming binnen een overheidsinstantie plaatsvindt. Dat levert begrip op voor de mensen, maar niet altijd voor de processen. Het beeld dat ik als opdrachtnemer altijd had, heb ik moeten bijstellen.”
Meer uitwisseling
Jaren geleden sprak hij al met collega’s over de wenselijkheid van stageplekken of uitwisseling van medewerkers tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Mensen op het niveau van projectmanagement en directie binnen Rijkswaterstaat en ProRail zouden een tijdje moeten meedraaien op hetzelfde niveau aan de opdrachtnemerskant, en vice versa. “Ik zou nog steeds voor dergelijke ‘stageplekken’ willen pleiten.”
Maatschappelijke weerstand
Ruimte voor de Waal kent een lange voorgeschiedenis die teruggaat tot 2000. Er was veel maatschappelijke weerstand tegen het plan. Gemeente en burgers bedachten alternatieve plannen maar de Tweede Kamer besloot in 2008 dat het toch moest gebeuren zoals het inmiddels is uitgevoerd: met een nevengeul door de dijk bij Nijmegen-Lent 350 meter landinwaarts te verleggen waarvoor vijftig Lentse woningen en bedrijven moesten wijken. Uiteindelijk heeft de gemeente zich achter het plan geschaard: “Na het landelijke politieke besluit heeft Nijmegen besloten: dan maken we er ook het mooist mogelijke project van.”
Omarmd door de omgeving
Inmiddels is Ruimte voor de Waal omarmd door de omgeving en vrijwel iedereen is trots op het nieuwe stadslandschap. Zelfs voormalige actievoerders zijn om. Zo vroeg de actiegroep “GeWa” of de kade naar hun alternatieve plan ‘Lentse Warande’ vernoemd kon worden. “Zij hadden nog een potje over voor juridische hulp, maar hebben dat geld niet meer ingezet voor protest maar om banken aan te schaffen die langs de kade zijn geplaatst, die nu inderdaad Lentse Warande heet.”
Veel communicatie
Het projectteam, en met name omgevingsmanager Karsten Schipperheijn heeft geweldig werk gedaan op communicatie en omgevingsmanagement, vertelt Niko. “Karsten was het gezicht naar buiten en is zeer betrokken waardoor hij goed aansluiting kan vinden, een mensen-mens. ‘Wij zijn hier te gast,’ was vier jaar lang ons motto. Er is ontzettend veel aan communicatie gedaan: een website, films, nieuwsbrieven, excursies naar archeologische opgravingen, rondleidingen. Er komen nog altijd veel internationale bezoekers voor het project, er is een app gemaakt met een wandeling over het eiland waarin wordt uitgelegd wat er waar wordt aangelegd. Ook zijn er twee spreekuren per week voor de bewoners, op dinsdag en vrijdag. In het begin werd daar veel gebruik van gemaakt.”
Tip voor collega’s
Als er een tip is die hij zou willen delen met collega’s binnen het netwerk van Neerlands diep, dan is het de inzet van een hogere gezamenlijke doelstelling boven het contract. “Toen de opdrachtnemer zijn planning inleverde heb ik die op een avond zitten doornemen en dacht: dit kunnen we acht maanden versnellen. Vervolgens zaten we met het projectmanagementteam en de opdrachtnemer twee dagen bijeen om elkaar te leren kennen. We hebben elkaars profielen gemaakt en gespiegeld. Karakters, allergieën uitgetekend en vergeleken. Daar heb ik voorgesteld om een hogere doelstelling boven het project te hangen, om de oplevering acht maanden eerder voor elkaar te krijgen. Uit fatsoen heeft de opdrachtnemer toen niet gezegd: ‘Niko, je bent knettergek.’”
Inzetten op samenwerking
Heeft hij het project daar niet teveel mee onder druk gezet? “We hebben die doelstelling niet opgeschreven of vastgelegd, we hebben er alleen over gesproken. Daarmee wilde ik inzetten op samenwerking. Tegen mijn eigen team zei ik dat we met alles tijd konden winnen. Door nergens lang mee te wachten, ook niet met antwoord geven op vragen van de uitvoering. Begin 2013 zei de aannemer tegen mij: ‘Ik denk dat we die vervroegde planning gaan halen.’ We hebben niets aan het contract verandert, gewoon gekeken of het zou lukken. Volgens het contract zouden we in augustus 2016 gereed zijn maar hebben dit al in december 2015 gerealiseerd. De uitvoeringstermijn is met twintig procent verkort. Dat is te danken aan de samenwerkingsafspraken boven het contract. Daarom zijn we er ook pas een jaar geleden extern over gaan communiceren.”
Nadruk op samen
Het contract is geen gezamenlijke doelstelling, vindt Niko Poolen. “Het is door één partij gemaakt en de ander moet dit uitvoeren. Door een hogere gezamenlijke doelstelling hebben we de nadruk op samen gelegd. Daar gaat het om.” Het resulteerde in vier prijzen. Voor alle vier de fasen van het project een. De International Waterfront Award voor het plan, de Nationale Bouwpluim voor de samenwerking, een Red Dot Award voor de communicatie en de Betonprijs voor de verlengde Waalbrug.
Moeilijke momenten
Zoals elk project kende Ruimte voor de Waal ook moeilijke momenten. Bijvoorbeeld toen er antrax werd gevonden in de uiterwaarden waar de nevengeul werd gegraven. “Die antrax kwam uit kadavers van koeien. Ik vond dat lastig om te communiceren, je wilt geen paniek. Maar omgevingsmanager Karsten heeft daar veel aan gedaan.” Een ander moment was toen de N325 verzakte. “Die middag is de hele stad vastgelopen en ik moest op het stadhuis komen om te zeggen dat dat nooit meer zou gebeuren. Dat kon ik niet. Het was een onvoorziene calamiteit. Niemand wist dat dit gat er zat, niemand kon daar iets aan doen.” Een ander moeilijk moment voor zijn team was het overlijden van een collega, zeer onverwachts. “Hij was nog jong, 50 jaar en liet een vrouw en twee kinderen achter. Dat heeft veel impact gehad op onze mensen hier in de keet.”
Binding, elkaar zien
Ons gesprek vindt plaats in de bouwkeet, omringd door graafmachines en zand waarmee het eiland nog wordt opgehoogd. Zijn projectteam zou eigenlijk op het stadhuis van Nijmegen komen te zitten. Dat wilde Niko niet. “We zijn in een keet naast die van de aannemer gaan zitten. Daardoor hoefden we nooit afspraken te maken. Als je vijf kilometer uit elkaar gaat zitten ga je eerst bellen. Dan is iemand even van zijn plek en ga je mailen. Dat leidt tot problemen. Binding is belangrijk; elkaar zien. Daarom hebben we hier ook flexplekken laten maken voor de drie partijen waaraan we opleveren: het district van Rijkswaterstaat, het Waterschap en de gemeente.”
Kijk naar buiten!
Hij wil zoveel mogelijk mensen kennen die betrokken zijn bij het project. Ook de man die de nieuw aangelegde straat aanveegt. “Tegen mijn team zei ik ook: kijk naar buiten! Voor ik de keet in kom ’s ochtends heb ik al een rondje over het terrein gemaakt en iedereen gegroet. Contact is heel wezenlijk.” Die kennis van het dagelijks werk scheelt ook veel tijd tijdens overleg of als een uitvoerder met een probleem zit, zegt hij. “Je weet waar het werk gebeurt en kunt meteen meepraten.”
Commitment van externen
Gezamenlijke afspraken, contact en commitment aan gezamenlijke doelen, vormen de rode draad in de terugblik van Niko Poolen op Ruimte voor de Waal. Dat gold ook voor de overige leden van het projectmanagementteam die merendeels als externen waren aangetrokken, waaronder hijzelf. “Eind 2014 gingen we het laatste jaar in. Veel externen gaan tegen het einde van een project uitkijken naar een nieuwe opdracht. Wij zijn het commitment aangegaan het project helemaal af te ronden. Zo hou je de kennis en geschiedenis binnenboord want je weet wat er in het verleden is gezegd en afgesproken.”