Leren van je fouten. Dat is het thema van het Café College op 24 april in het informatiecentrum van de Noord/Zuidlijn. Een mooie plek voor de uitreiking van de eerste twee exemplaren van de net verschenen publicatie “Samenspel en Tegenspraak; Tien lessen uit de Noord/Zuidlijn.” Een daarvan gaat naar de stedelijk directeur Ruimte en Economie van gemeente Amsterdam, Cis Apeldoorn. Directeur Omgeving en Reizigers van het project: Hoite Detmar zal het haar overhandigen. Waarom aan haar? En voor wie is het boekje volgens hem nog meer interessant? Een kort interview.
Samenspel en Tegenspraak. Het is een klein boekje met een groot verhaal. Het verhaal over wat er mis is gegaan bij de Noord/Zuidlijn en de 10 lessen die de stad daaruit heeft kunnen trekken. Maar het is vooral ook het verhaal over hoe inspirerend het uitwisselen van ervaringen kan zijn. Ook, of misschien wel juist, als het ervaringen uit de wat minder geslaagde episodes van het leven zijn. In 2012 besloot de projectorganisatie om samen met Kennis in het groot (nu Neerlands diep) in zes bijeenkomsten een aantal van de geleerde lessen verder uit te diepen. De ervaringen, verbazing, reflectie, nieuwe inzichten en vragen die die bijeenkomsten teweeg brachten, staan opgetekend in dit boekje.
Van welke fout heb jij het meest geleerd?
‘Als beginnend projectmanager kreeg ik een kunstproject onder mijn hoede waarin ik musea moest bewegen om meer en beter samen te gaan werken. Ambitieus en voortvarend als ik was, had ik met een aantal mensen een perfect plan ontwikkeld. Ik was alleen even vergeten de musea mee te nemen in mijn plannen en organisatie. Nu, je raad het al. Er ontstond een samenwerking tussen die musea, maar dan vooral om in grote harmonie mijn plan onderuit te halen. Ik heb nog vaak aan die fout gedacht.’ Lacht: ‘Vooral aan het moment dat de opdrachtgever mij kwam vertellen wat hij van mijn aanpak vond.’
Achter in het boekje staat een kritische beschouwing van hoogleraar bestuurskunde Wim Derksen. In een van zijn punten zegt hij dat het optekenen van de lessen in een boekje goed is als symbool van het gevoerde gesprek. Maar het versturen van de publicatie aan al degenen die niet bij de workshop waren, vergelijkt hij met hoe vroeger over de Noord/Zuidlijn werd gecommuniceerd. Namelijk: het eenzijdig zenden van een boodschap. Hoe zie jij de publicatie?
‘De lessen hebben ervoor gezorgd dat niet alleen het project en de direct betrokkenen, maar ook de rest van de stad van de fouten van de Noord/Zuidlijn heeft kunnen leren. De zes workshops hebben die kennis en ervaringen toegankelijk gemaakt voor projecten door het hele land. En dit boekje zorgt er weer voor dat een nog grotere groep iets met die lessen kan doen. Ik zie het niet als zenden, maar als een uitnodiging tot interactie.’
Wat kunnen vakgenoten hieraan hebben?
‘Dankzij de workshops zijn de lessen losgekomen van het papier. Daar is de vertaling gemaakt naar de praktijk. De praktijk van projecten, maar ook die van de partijen eromheen. Van bestuurders, aannemer, de omgeving. Er zijn gesprekken ontstaan tussen al die partijen die veel vaker gevoerd zouden moeten worden. Ik hoop dat die gesprekken en ervaringen herkenbaar zijn voor vakgenoten. En dat het ze uitnodigt om er thema’s uit te pikken waar ze zelf graag verder over door zouden willen praten, met ons of misschien wel met iemand anders uit het boekje.’
Wat vind jij de belangrijkste les?
‘Zoek tegenspraak. Dat je zelf open bent en ook open staat voor reflectie, is denk ik een van de belangrijkste dingen in een project. Je hebt altijd input van je omgeving nodig. Je kunt het niet in je uppie, je doet het altijd samen met anderen. En daarvoor heb je de bereidheid nodig om je eigen stappen zo nu en dan eens ter discussie te stellen.’
De Noord/Zuidlijn is pas over ruim drie jaar af. Is het niet wat vroeg om nu al de lessen te delen. Er valt in die drie jaar vast nog een hoop te leren?
‘Oh zeker. En we gaan vast ook nog een hele hoop fout doen. En ook die fouten zullen we weer delen. We gaan met de Noord/Zuidlijn een hele nieuwe fase in. De ruwbouw is klaar en nu gaan we beginnen aan de afbouw. En daar liggen voor ons hele grote uitdagingen vooral op het gebied van ICT.’
En met wie gaan jullie daarover in gesprek?
‘Wij gaan dit jaar bij Neerlands diep de ICT Spiegel doen en hopen op die manier een heleboel lessen uit andere projecten op te halen.’
Donderdag geef jij het eerste exemplaar aan Cis Apeldoorn. Geen vakgenoot, maar de stedelijk directeur Ruimte en Economie. Hoe dat zo?
‘Amsterdam is bezig aan een grootschalige reorganisatie. De geografische indeling van de stadsdelen wordt losgelaten en daarvoor in de plaats komen inhoudelijke clusters. Zij wordt de directeur van het cluster waar wij als Dienst Metro straks onder zullen vallen. Zo’n reorganisatie is niet alleen organisatorisch, maar vraagt ook om een andere cultuur. Een cultuur waarin we af willen van de verkokering, waar we zoeken naar dwarsverbanden en manieren om elkaar te versterken. En als je dan de 10 lessen erbij pakt: Samenwerken, tegenspraak organiseren, rolvastheid, bezinning en zo verder, dan zullen er niet veel tussen staan die niet op zo’n reorganisatie van toepassing zijn. Dit is dus het perfecte moment om dit boekje aan haar aan te bieden.