Het is spelen met complexiteit. Daar moet je lol in hebben.

  • 30 juni 2016
  • Florence Tonk

 

Zijn vakgebied valt samen met de grote thema’s van Neerlands diep. Marcel Hertogh bekleedt de leerstoel ‘Integraal ontwerp en beheer van civiele infrastructuren’ aan de TU Delft. De enige hoogleraar in Nederland met dit specifieke aandachtsveld en het verbaast hem dat hij ook wereldwijd zo weinig directe collega’s tegenkomt. Neerlands diep sprak hem in zijn werkkamer op de Delftse campus waar hij een pleidooi hield voor brede en rijke projecten, met aandacht voor meervoudige waarden. Maar ook voor een kijk op hogere schaalniveaus, vanuit multidisciplinair perspectief. Een gesprek over de zin van meer internationale kennisuitwisseling, over de grote vervangings- en vernieuwingsopgave voor Nederland in de komende decennia, en hoe projectmanagers zich hier het beste op kunnen voorbereiden.

Marcel Hertogh. Foto door Jorrit 't Hoen.

Marcel Hertogh. Foto door Jorrit ’t Hoen.

Professor dr. Marcel Hertogh studeerde Civiele Techniek in Delft en Bedrijfseconomie in Rotterdam. Hij promoveerde aan diezelfde Erasmusuniversiteit in de Bestuurskunde. Al deze achtergronden zijn van belang bij het bestuderen van grote infrastructurele projecten, waarin hij steeds meer disciplines ziet samenkomen. Hij wil verbindingen slaan.

Meer samenwerken

Vier jaar geleden startte Hertogh in Delft zijn vakgroep Integraal Beheer en Ontwerp van Civiele Infrastructuren. Wat met drie mensen begon, is inmiddels uitgegroeid tot een vakgroep van tien collega’s en dertien promovendi. Nu de vakgroep een goede omvang heeft, wil de hoogleraar graag nog meer naar buiten treden met kennis en onderzoek. Daarbij werkt hij graag meer samen met Neerlands diep. Ook internationaal zoekt hij de samenwerking en kennisuitwisseling op. Zo stond Hertogh aan de wieg van het Europese Kennisnetwerk Netlipse. Sinds een paar jaar reist hij regelmatig naar China en Brazilië en leert daar veel. “De Chinezen willen heel graag samenwerken met Nederland en de bouw in China gaat heel hard. Het is ontzettend interessant om te horen hoe zij het daar doen, wat zij belangrijk vinden. Enerzijds heb je daar een dramatische luchtkwaliteit, anderzijds zie ik dat veel Chinese studenten bezig zijn met duurzaamheidsvragen zoals hergebruik van materialen. En veel is daar ook echt heel veel.”

‘T-shaped professional’

De grote uitdagingen voor de toekomst, voor het vakgebied én voor individuele projectmanagers, zijn de vele veranderingen die ook nog de breedte ingaan. Hertogh: “Het gaat niet langer alleen over de weg maar ook over de gebiedsontwikkeling eromheen, de natuurontwikkeling, duurzaamheid, energie, ICT. Mijn vakgebied gaat over al die kruispunten heen. Dat vind ik heel erg interessant en zo leiden we hier ook onze studenten op.” Er is steeds meer behoefte aan de ‘T-shaped professional’, met breedte én diepte”, zegt Hertogh. “Elke specialist moet tegenwoordig met andere disciplines samenwerken, of het nu een ICT-er is, of een civiele ingenieur, of een bedrijfseconoom. Onder projectmanagers zie je ook die verschillende achtergronden. Die T-shape is belangrijk bij de inrichting van onze studies in Delft en moet er vanaf het begin af inzitten. Daar moeten studenten niet pas achter komen in de praktijk.”

Nederland mooier en beter maken

Zijn collega-hoogleraar Marcel Veenswijk van de Vrije Universiteit, besprak in zijn longread de meervoudige waarden binnen projecten. Hij had het over “de kunst om het economisch-financiële verhaal, het maatschappelijke verhaal en technische verhaal in balans te houden.” Hertogh herkent dit: “Ja, het is eigenlijk een soort fruitautomaat, alle drie moeten op bar staan en dan kun je pas door naar de volgende ronde.” Hertogh lacht maar wordt meteen weer serieus: “Ons vak is complex. Hoe ga je daarmee om? Je ziet vaak dat de opgave van een project in de loop van de tijd wordt verengd, dat is makkelijker, daarmee kun je snel door. Maar de vraag is of we daarmee Nederland ook mooier en beter maken. Die verenging zie ik vaak plaatsvinden. Daarom zouden we enerzijds onze projectmanagers meer in die breedte moeten opleiden, maar ook voor de opdrachtgevers, zoals politici en gemeenten, is een brede blik essentieel. Want die sturen het geheel aan.”

A2 Maastricht

Het valt hem de laatste jaren op dat projecten die in eerste instantie moeizaam verlopen, uiteindelijk juist die verrijking weten te vinden. “Neem bijvoorbeeld de A2 Maastricht. Het ging daar niet alleen over infrastructuur en luchtkwaliteit maar ook over gebiedsontwikkeling. Een stadsdeel werd doormidden gesneden en dat probleem werd alleen maar groter naarmate er meer verkeer kwam en de weg breder. Op het moment dat je het niet alleen ziet als een probleem van de infrastructuur, maar ook als een ruimtelijk probleem en een leefbaarheidsprobleem dán heb je een doorbraak in een project. Dan kun je problemen omzetten in mogelijkheden. En daardoor wordt het project ook mooier! Projecten die moeizaam verlopen gaan vaker zoeken naar extra waarde. Door die wrijving krijg je glans. Ze maken de oplossingsruimte groter, laten andere partijen toe. Eigenlijk zouden al onze projecten daarmee moeten starten, met het zoeken naar extra waarde en bredere oplossingen.”

Afsluitdijk als mooie casus

“Werken in de breedte” kan ook bij een vervangingsopgave, zegt Hertogh. “Mijn pleidooi is dat deze vervangingsopgave ook gezien moet worden als een vernieuwingsopgave. Bij de Afsluitdijk zie je dat heel mooi. Projectmanager Joost van de Beek moet zorgen dat Nederland veilig blijft en dat onze belangrijke zoetwatervoorraad in het IJsselmeer behouden blijft. Tegelijkertijd zijn er allerlei ideeën bijgekomen, zoals de vismigratierivier. Dat is vanuit de regio goed gesteund, met name vanuit de Friezen. De Afsluitdijk is 28 kilometer en wordt een kralenketting van innovatie en duurzaamheid met windmolens, blue energy. Het is een heel rijk project. De minister is daar ook enthousiast over en heeft Daan Roosegaarde erbij betrokken. En dat maakt het werk voor Rijkswaterstaat ook weer mooier.”

Beheer- en vernieuwingsopgave

Door extra waarde toe te voegen aan de beheer- en vernieuwingsopgave van grote infrastructurele werken worden ze wellicht ook ‘sexy’ voor de nieuwe generatie civiele ingenieurs en andere disciplines die in het projectmanagement terecht komen? “Mijn masterstudenten worden in eerste instantie zeker aangetrokken door de grote projecten, de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, de Fehmarnbelt in Denemarken. Er zijn in Nederland prachtige Deltawerken gemaakt maar hoeveel stormkeringen gaan we hier nog bouwen? Juist opgaven zoals bij de Afsluitdijk en A2 Maastricht, met de winkel open, zijn heel interessant, zeg ik tegen mijn studenten. Dat zijn enorme uitdagingen. En het is niet alleen aanleg. Interessant is dat we studenten ook na laten denken over de operatie, het beheer en het onderhoud.”

Schaalniveaus

Het is goed om naar een bredere opgave te kijken, zegt Hertogh. En te kijken naar verschillende schaalniveaus waarop je het werk kunt benaderen. “Tot 2040 zullen bij Rijkswaterstaat 52 sluizen aan einde levensduur komen. Tot nu toe hebben we die veelal één voor één vervangen, maar nu wordt er gekeken hoe je dit als totaalopgave kunt zien. Zoals wat Richard Jorissen doet met het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Een programmatische aanpak! In België zijn ze met iets soortgelijks bezig. Ze vervangen een sluis, kijken wat ze ervan kunnen leren, evalueren dat en de volgende sluis doen ze weer net even wat beter.”

Multiwaterwerkprogramma: sluizen

Hertogh is betrokken bij deze sluizen binnen het Multiwaterwerkprogramma van Rijkswaterstaat. Hierbij wordt gekeken hoe er een bepaalde uniformiteit kan worden aangebracht tijdens de vernieuwingsopgave, bijvoorbeeld door overal dezelfde ICT te gebruiken. En door innovatie toe te passen in clusters van sluizen. “Rijkswaterstaat kijkt op een hele fundamentele manier: wat is een sluis, wat is de functie, wat kunnen we slimmer doen, waar kan er innovatie plaatsvinden? We kijken technisch inhoudelijk naar die sluizen maar ook op gebied van organisatie, innovatie, inbreng van de beheerder. Hoe kan je zorgen dat er wordt geleerd, waar wordt wel of niet geleerd en waarom? Daar kom ik om de hoek kijken. Hoe kunnen we het programma zo inrichten dat we hier een lerend programma van maken?”

Slimme programma’s

Hertogh geeft nog een voorbeeld van zeven stuwen in de Maas, tussen Maastricht en Den Bosch, die tussen 2028-35 moeten worden vervangen. Vanuit de Bouwcampus stellen we vragen, zoals: “Kunnen we hetzelfde met vijf of vier sluizen? Wat gebeurt er als we vanuit energie-perspectief kijken naar die corridor? Of recreatie; wat zouden we aan natuurontwikkeling kunnen doen? En wat zijn dan weer de gevolgen voor die sluizen? Hoe gaan we daar mee om als we het hebben over: ontwerp, management, waarden?”

Sommige projectmanagers of opdrachtgevers vinden dat polonaise, zegt Hertogh en het is ook niet eenvoudig. “Gelukkig zijn er ook veel mensen, zoals lagere overheden, Rijkswaterstaat en op het ministerie, enthousiast over deze benadering. Maar je moet wel op tijd beginnen en alle partijen erbij halen. Het is spelen met complexiteit. Daar moet je lol in hebben. De complexiteit opzoeken en kijken hoe ver je kan gaan.”

Meer aandacht voor techniek

Het vakgebied wordt complexer maar daardoor ook leuker, zegt Hertogh. Daarbij is er meer aandacht voor techniek en ontwerp nodig, ook binnen Neerlands diep. “Vanuit de jaren negentig lag de focus vooral op de omgeving, de softe kant van het project. Die zachte kant blijft absoluut een hele grote uitdaging en misschien ook wel de grootste. Maar juist die techniek en dat ontwerp en de extra waarde die dit kan opleveren, worden ook weer belangrijk.” Zo is ICT een steeds belangrijker item in projecten, ook volgens de Raad van Toezicht van Neerlands diep. Hertogh: “Besturingssystemen, doorstroming, veiligheid en nieuwe materialen. Mooi is dat aannemers meer kunnen gaan concurreren op technische inhoudelijke oplossingen. We zien een inhaalslag op techniek en innovatie.” 

Project van de ICT ‘er

ICT is een andere wereld met een andere taal, andere cultuur maar wordt steeds belangrijker in de sector. “De vraag is of bij een tunnel in de toekomst nog wel de civiele ingenieurs de leiding hebben, of de ICT’ers. Qua investering zie je dat ICT vaak minder duur is dan beton of de civiele werken. Maar bij de ICT zitten wel hele grote risico’s en vaak de grootste vertragingen. Het beste is beiden, dus ook ICT-specialisten, er zo vroeg mogelijk bij te halen.” Tijdens zijn eigen onderzoek en evaluatie van de Sluiskiltunnel nabij Terneuzen zag Hertogh dat de ICT-mensen en de ‘civielers’ vanaf het begin bij elkaar zaten. “Zij hebben ook die taal- en cultuurverschillen ervaren. In een heel vroege fase werd een klein kernteam samengesteld vanuit alle verschillende disciplines. Dit project werd vanaf het begin benaderd als één werkend vervoersysteem, dat was een belangrijk leerpunt voor anderen. Mooi was ook dat de partijen samen, van de tunnelboorder tot de aannemer voor het ICT-gedeelte, integraal verantwoordelijk waren voor het gehele project. ”

Winst halen uit veiligheid

Hertogh trok meer lessen uit de Sluiskiltunnel: “Er is sterk ingezet op veiligheid tijdens de bouw. De projectdirecteur kwam uit de procesindustrie waar men meer bezig is geweest met veiligheid. Hun zienswijze: Veiligheid is een keuze! De projectorganisatie Sluiskiltunnel had de opdrachtnemer een miljoen bonus in het vooruitzicht gesteld om in te zetten op veiligheid. Projecten met een hele hoge veiligheid scoren over het algemeen ook heel goed op kosten en tijd. Planning, kosten en veiligheid versterken elkaar. Dat is ook de ervaring uit de procesindustrie. De Sluiskiltunnel is uiteindelijk 25 miljoen goedkoper uitgevallen op een budget van 300 miljoen. Het is zes weken eerder opgeleverd met minder restpunten dus een heel succesvol project.”

Meer samenwerken met wetenschap

Waar moet Neerlands diep in investeren, wat hem betreft? Hertogh ziet graag nog meer samenwerking met de wetenschap. “De spade net even wat dieper zetten, ook gefundeerd in, en gebruik makend van, internationaal onderzoek. Enerzijds kun je veel vanuit creativiteit doen, daar is Neerlands diep heel goed in, net zoals het samenbrengen van de kennis uit verschillende projecten. Dat gaat hartstikke goed. Maar je kunt meer de diepte in en er andere thema’s bijhalen, zoals het onderwerp veiligheid vanuit de procesindustrie.” Mede om deze reden is hij enthousiast over de nauwe samenwerking met Hans Bakker, hoogleraar ‘Management of Engineering Projects’ bij Hertogh in de onderzoeksgroep. Bakker heeft een achtergrond in de procesindustrie en bij Shell. Ook ziet de hoogleraar graag een bredere blik op internationalisering. “Er is al veel contact met de Zweden maar kijk ook eens naar China. Daar is een groot programma van vijf universiteiten op gebied van de organisatie van grote infraprojecten. Wij werken met hen samen. Het is ontzettend interessant om te kijken wat we in Nederland van landen als China en Brazilië kunnen leren. En dat geeft ons ook weer kansen daar.”

Chinezen leren kennen

Door buitenlanders ook naar onze bouw- en infrastructurele werken te laten kijken, ontwikkel je nieuwe perspectieven. De vervreemding als het ware organiseren, zoals Marcel Veenswijk betoogde? “Precies. Dat hebben we ook met Netlipse gedaan. Verder internationaliseren lijkt me daarom heel belangrijk, ook omdat je elkaar steeds meer tegenkomt.” De Chinezen kochten een haven in Athene, een vliegveld in Spanje en worden grote financiers van infrastructuur in Engeland, constateert Hertogh. “Wat zijn de gebruiken van de Chinese bouwindustrie? Stel ze zeggen: die 52 sluizen die jullie willen vervangen, dat kunnen wij dertig procent goedkoper maar dan moeten ze er wel iets anders uitzien. Of er komt een grote Chinese reder in de Tweede Maasvlakte? Misschien gaan we in de toekomst wel meer met ze samenwerken. Dan is het goed als we elkaar al een beetje kennen.”

 

 

Wil je meer leren van Marcel Hertogh? Oktober 2016 start er een nieuwe MOOC (Massive Open Online Course) van de TU Delft over projectmanagement, met Marcel Hertogh, Hans Bakker en Marian Bosch-Rekveldt. Meer info op https://online-learning.tudelft.nl/courses/project-management-of-engineering-projects-preparing-for-success/

Reageer

  1. Precies de boodschap die Jan Herman de Baas van Provincie Zuid Holland uitstraalt; probeer de eigen opgave te koppelen aan de opgave van je partners. Hiermee wordt een organisatie met alleen een waarde voor de eigen opgave een Provincie van Waarde voor de maatschappij. De opgave wordt integraal gemaakt. Hier hebben wij als opdrachtnemers, maar ook de OG een belangrijke verantwoordelijkheid.

Ook interessant

  • Meer grip op projectsucces door (wederzijds) begrip

“De realisatie van bouw- en infraprojecten kent een lange en rijke traditie. Een traditie die ons terugvoert naar de ‘Law-codes’ van koning Hammurabi (Babylonië, 1750 v. Chr.) waarin de eerste beginselen en afspraken voor samenwerking in de bouw terug te vinden zijn. Het succesvol realiseren van bouw- en infraprojecten in de huidige dynamische en complexe omgeving […]

lees meer
  • Een digitale revolutie

Een digitale revolutie. We zitten er middenin. Ook in de publieke bouw- en infraprojecten. Ervan weglopen? Dat kan. Toekijken en aanschouwen? Kan ook nog. Maar voor hoe lang nog? Het nu beetpakken, omarmen en uitdragen van technologische ontwikkelingen, is de optie waar de deelnemers van Nd Digitaal Leiderschap voor kozen. Want, het meebewegen in een […]

lees meer
  • Anders samenwerken met je stakeholders in de Nd Opgave-impuls

In de Nd Opgave-impuls staat het werken aan een complexe opgave samen met het stakeholderveld centraal. Het programma helpt teams het veld in kaart te brengen, stakeholders uit te nodigen en collectief eigenaarschap te creëren rond een opgave. Vijf teams rondden het programma – tot dan nog de Nd Transitiechallenge – begin van dit jaar […]

lees meer