Het Programma Sluizen sluit aan bij Neerlands diep

  • 11 oktober 2018
  • Florence Tonk

Het Sluizenprogramma van Rijkswaterstaat behelst zes grote projecten: de aanleg van de nieuwe keersluis Limmel, de uitbreiding van Sluis Eefde, de aanleg van de derde kolk bij de Beatrixsluis, de Zeetoegang IJmond bij IJmuiden, de bouw van een nieuwe sluis bij Terneuzen en project Afsluitdijk. Twee van deze zes projecten haakten eerder aan bij Neerlands diep maar nu werd het tijd voor een aansluiting als collectief, aldus Rob Peschier, sinds juli 2017 Programmamanager Sluizen. Zijn andere rol binnen Rijkswaterstaat is Portfoliomanager richting de markt. Een gesprek over de toegevoegde waarde van zijn programma en de thema’s waarover hij binnen het netwerk graag verder zou willen praten.

Wat maakt dit programma bijzonder?

“Het is niet alleen een samenwerkingsverband van zes grote sluizenprojecten, maar vooral ook van alle mensen in die zes projecten. Bovendien willen alle betrokkenen echt leren van elkaar. Deze vorm van samenwerken ben ik niet eerder tegengekomen bij Rijkswaterstaat. Ik was aangenaam verrast over de kracht en vanzelfsprekendheid van de samenwerking binnen het programma toen ik de leiding overnam van mijn voorganger Wies Vonck. Hij heeft deze samenwerking in eerste instantie vormgegeven en was geen programmamanager in de klassieke zin, met de nadruk op sturing, beheersing en een grote eigen staf. Het Sluizenprogramma dat zijn wij,’ zei Wies Vonck, en dat motto onderschrijf ik.”

De Afsluitdijk

Wat is de kracht, de toegevoegde waarde van dit programma?

Het is een programma zonder overhead en het werkt bottom-up, vertelt Rob. “Mijn rol is optreden als het gezicht van het programma, zoals ik nu doe met dit interview. Eens per twee weken komen we als programmateam met negen man bij elkaar op de woensdagochtend. Dat begint met een uur ervaringen delen: Wat gaat er goed, wat gaat er minder? Dat levert altijd bruikbare tips op. Ik zie het als een vorm van intervisie, het werkt ondersteunend.”

Ieder project heeft een eigen opgave maar alle zes delen daarnaast dezelfde visie. “Vijf hebben een DBFM-contract wat meteen de eerste ‘natte’ DBFM-contracten waren binnen Rijkswaterstaat. Zij wisselen onderling veel kennis en ervaring uit en dat leverde grote voordelen op, aldus de programmamanager.” Omdat de projecten vrij kort na elkaar werden opgestart, met ongeveer een half jaar ertussen, kon veel expertise worden uitgewisseld. Zo kon bijvoorbeeld contractmanager Wop Schat, die startte bij Keersluis Limmel, ook bij de daaropvolgende sluizenprojecten betrokken zijn. “Dat is slim en het lijkt heel vanzelfsprekend om zo te werken: je bouwt kennis op en neemt dat mee naar een volgend, vergelijkbaar contract en project. Maar het was niet gebruikelijk bij Rijkswaterstaat. Het zit ‘m dus niet in het idee, want dat is bijna simpel. Het zit ‘m wel in het samenwerkend vermogen en de drive van de mensen binnen dit programma. Het gaat hier om leren, slagen, betrokken zijn. De essentie van leren is luisteren. Daarnaast gaat het om de bereidheid om je kennis en ervaring actief te delen. Zo is Roy Stroeve projectmanager van de Beatrixsluis nu eveneens betrokken bij de Van Brienenoordbrug in voorbereiding. Dat project neemt weer bepaalde aspecten van de aanpak van het Sluizenprogramma over.” De kapstok van deze aanpak focust op de vijf IPM-rollen (projectmanagement, projectbeheersing, technisch management, contractmanagement, omgevingsmanagement). De kennisuitwisseling binnen het programma richt zich met name op deze vijf rollen.

Meer weten over IPM? Bekijk het boek van Freek Wermer dat we onlangs publiceerden over dit onderwerp. Het boek is hier te downloaden.

Wat zijn de voorwaarden voor een goedlopend programma als dit?

“Het helpt dat er zes vergelijkbare projecten aan tafel zitten, en dat dit een behapbaar aantal is. Zes tot zeven deelnemers is goed te doen, over meer deelnemers zou ik terughoudend zijn. Daarnaast gaat het om de organisatie. Zo komt het programmateam iedere twee weken samen. Eens per maand hebben we een after-lunch presentatie met verschillende thema’s. Deze wordt goed door de projectmedewerkers bezocht. Twee keer per jaar hebben we, in april en oktober, een middag voor het Sluizenprogramma met inhoudelijke workshops die door onze mensen zelf worden georganiseerd. Daar staat de inhoud altijd centraal, dat stimuleert de gedrevenheid. Inhoud en proces staan binnen het programma op gelijke hoogte.” Naast deze vaste bijeenkomsten zijn er externe activiteiten en werkbezoeken op locatie, bijvoorbeeld bij Sluis Eefde of de Afsluitdijk.

“Het is tijd om wat breder te gaan vertellen wat wij doen, en een zeker gevoel van trots mag daar best in doorklinken.”

Deze opzet klinkt bijna als een soort mini-Neerlands diep. Waarom sluiten jullie aan bij ons netwerk?

De aansluiting bij Neerlands diep past bij de ontwikkelslag die het Sluizenprogramma aan het maken is, aldus Rob. “Het is tijd om wat breder te gaan vertellen wat wij doen, en een zeker gevoel van trots mag daar best in doorklinken. Zeesluis IJmuiden en de Afsluitdijk waren al aangesloten bij Neerlands diep, maar nu alle contracten in uitvoering zijn is het goed om als programma aan te sluiten. Bovendien is het tijd om breder te gaan kijken in het werkveld van grote, complexe projecten.” Het Sluizenprogramma wil de blik verbreden, niet alleen naar andere grote projecten binnen het netwerk van Neerlands Diep, maar in relatie tot de markt. Rob: “Wij werken met zes verschillende aanneemcombinaties waarbinnen tientallen bedrijven opereren. Hoe geven andere grote projecten invulling aan de samenwerking met de markt? In oktober hebben we een bijeenkomst met opdrachtnemers georganiseerd over veiligheid, een mooi thema omdat we daar allemaal veel belang bij hebben. Je gunt het aannemers ook om van elkaar te leren. Ze maken allemaal diepwanden, moeten allemaal met industriële automatisering werken. Met deze ochtend in oktober willen we de markt een zetje geven om samen om de tafel te gaan zitten en kennis en ervaring uit te wisselen.”

Zijn er nog meer voordelen van dit programma, voor de projecten die eronder vallen?

Naast het leren van elkaar, de kennisdeling en kennisborging noemt Rob de uitwisseling van capaciteit. Zo wordt bij ziekte of langdurige afwezigheid vervanging onderling geregeld door de projecten. “Onze mensen hebben aan een half woord genoeg,” aldus Rob. Dan is het mooi als je zo’n tijdelijke vervanging intern kunt oplossen.

Daarnaast zijn er inhoudelijke thema’s die veel onderlinge overeenkomsten vertonen, waaronder industriële automatisering, machineveiligheid en ICT. Een team van vaste adviseurs binnen Rijkswaterstaat begeleidt de ICT voor alle zes de sluizen, een vraagstuk dat meestal zo’n vier tot vijf maanden voor oplevering intensief gaat spelen. Ook kennis over verzoeken tot wijziging (VTW’s) wordt uitgewisseld: welke keuzes worden daarin gemaakt? Al deze aspecten versterken volgens Rob de eensgezindheid richting de markt. “Door de lessen die we uit ons tweewekelijks en tussentijds overleg trekken, tonen we één gezicht naar de markt. Dat versterkt je geloofwaardigheid en werkt veel beter dan wanneer verschillende projecten een verschillende houding hebben.”

“Samen op zoek naar de juiste antwoorden en creatieve oplossingen.”

Welk woord of welke zin past bij het Sluizenprogramma?

Dat is niet moeilijk, zegt Rob: “Wij. Het programma dat zijn wij.” Dat betekent voor hem persoonlijk dat hij goed moet kunnen loslaten en delegeren. “Net als mijn voorganger kan ik goed het vertrouwen geven. Dat moet je als programmamanager kunnen, dat is een voorwaarde. Ik duw meer mee de goede richting in dan dat ik ver voor de troepen uit loop.”

Wat willen jullie binnen Neerlands diep graag leren van andere projecten?

Rob: “Hoe vertellen we ons verhaal aan een bredere groep dan alleen de programmapartners? Hoe neem je de markt mee in je leervermogen, leerervaringen en wil om te leren? Dienend opdrachtgeverschap, daar willen we het graag met andere projecten over hebben.”

De intrinsieke waarden binnen projecten hebben zijn belangstelling: veerkracht, zorg voor elkaar, verbinding, samenwerking. Maar inhoudelijke thema’s zoals circulariteit, duurzaamheid, klimaatverandering wil hij net zo goed in het netwerk bespreken. “Wij krijgen te maken met problematiek die zowel met hoogwater als met laagwater te maken heeft, zoals verzilting, dat hebben we deze zomer heel goed kunnen zien. Welke gevolgen hebben deze vraagstukken voor sluisontwerpen, waterbeheer en waterkwaliteit?”

En veiligheid, dat is wat Rob betreft thema één. Wat betreft veiligheid is Zeesluis IJmuiden een voorbeeldproject binnen Rijkwaterstaat, vertelt hij. Onlangs was er de inspectie nog bij de Zeesluis IJmuiden. “Zestien uur per dag werken daar twee ploegen van ieder tweehonderd mensen op een postzegel qua ruimte. Daar heeft de inspectie met veel respect over gesproken. Dat deed ons goed, want we hebben in IJmuiden ook met tegenvallers te kampen gehad.”

Is er nog een specifieke vraag die je in het netwerk zou willen neerleggen?

“Hoe gaan we in onze grote, complexe projecten om met klimaatverandering? Hoe baken je dat af: wat betekent het voor mijn project? Moet je meer gebiedsgericht gaan werken, anders ontwerpen, anders bouwen? Hier is geen standaardantwoord op te formuleren en daarom lijkt het me goed om met andere projecten te bespreken.” Daarbij heeft het klimaatvraagstuk een politiek-bestuurlijke kant. Hoe ga je daar als uitvoerende projectorganisatie mee om?” Rob: “Bij al deze uitdagingen is het belang van kennis enorm. Daarom is het goed dat onderzoekers, hoogleraren en kennisinstituten verbonden zijn aan Neerlands diep. Om samen op zoek te gaan naar de juiste antwoorden en creatieve oplossingen.”

Reageer

Ook interessant

  • Een digitale revolutie

Een digitale revolutie. We zitten er middenin. Ook in de publieke bouw- en infraprojecten. Ervan weglopen? Dat kan. Toekijken en aanschouwen? Kan ook nog. Maar voor hoe lang nog? Het nu beetpakken, omarmen en uitdragen van technologische ontwikkelingen, is de optie waar de deelnemers van Nd Digitaal Leiderschap voor kozen. Want, het meebewegen in een […]

lees meer
  • Anders samenwerken met je stakeholders in de Nd Opgave-impuls

In de Nd Opgave-impuls staat het werken aan een complexe opgave samen met het stakeholderveld centraal. Het programma helpt teams het veld in kaart te brengen, stakeholders uit te nodigen en collectief eigenaarschap te creëren rond een opgave. Vijf teams rondden het programma – tot dan nog de Nd Transitiechallenge – begin van dit jaar […]

lees meer
  • Zuidasdok OVT gespiegeld door collega’s

Station Amsterdam Zuid groeit snel en wordt naar verwachting het op een na grootste station in Amsterdam. Een gezamenlijk programma van Rijkswaterstaat, ProRail en Amsterdam richt zich op het ondergronds brengen van de A10-zuid bij de Zuidas. Het project Zuidasdok is in 2020 omgevormd tot een programma-organisatie met afzonderlijke projectonderdelen. Het eerste project, de OV […]

lees meer