Paul Janssen is een goede bekende van Neerlands diep. Als projectdirecteur van de Rotterdamsebaan werkte hij sinds 2011 in opdracht van de gemeente Den Haag aan het vier kilometer lange traject dat het rijkswegennet (A4-A13) verbindt met de centrumring van de hofstad. Het project is in februari opgeleverd met de meest duurzame tunnel van Europa, de Victory Boogie Woogietunnel. Nu de Rotterdamsebaan is afgerond is het tijd voor een terugblik: wat zijn waardevolle lessen geweest? En wat heeft het netwerk voor hen betekend?
In je eerste interview met ons in 2014 zei je:
“Die techniek die geloof ik wel, die hebben we inmiddels wel onder de knie, maar hoe we met onze stakeholders omgaan en hoe we de markt bij het project betrekken, dat zijn terreinen waar nog veel te winnen valt.”
Hoe kijk je nu terug op deze uitspraak?
“Die klopt nog steeds. We hebben in dit project af en toe best zwarte sneeuw gegeten, dat waren de spannende momenten. Haal je dingen wel of niet? Hoe ga je om met het gemeentebestuur, ook als je ziet dat jouw project de inzet wordt van gemeentelijke verkiezingscampagnes? Er ontstaat makkelijk misinformatie over zo’n complex project als dit, bijvoorbeeld als je vertraging oploopt. Dit soort kwesties op een helder en eenvoudig niveau blijven uitleggen is heel lastig. De Rotterdamsebaan had een politiek-bestuurlijke aanloop van 30 jaar. Maar als wij dan een paar maanden uitlopen dan is het hok te klein. Toch hebben we een prachtig project gedraaid, ruim binnen het budget, met de duurzaamste tunnel van Europa.
Precies de uitdagingen die je had voorzien?
“Wat we tegenkwamen had inderdaad niet zozeer te maken met technische onmogelijkheden. Wel bijvoorbeeld met onderaannemers die stopten om organisatorische redenen. En vertragingen, contractuele kwesties met de aannemer. Dat blijf ik jammer vinden. Je krijgt dan een andere dynamiek, enerzijds op de bouwplaats, anderzijds met de stuurgroep van de aannemer. Dan gaan ze op zoek naar kostenreductie of winstmaximalisatie, terwijl wij wilden dat ze een tandje bijzetten. Zo wordt iedere tegenslag neergelegd op het bordje van de ander. Die gesprekken gaan nooit over techniek. De paar keer dat het er wél over gaat zijn meteen de leukste gesprekken. Dat is waarom je ooit het vak van civiele techniek bent ingegaan.”
Beste Paul, mooi resultaat met een heel herkenbaar verhaal. Een constante team bezetting is de sleutel voor succes van dit soort projecten.