Een spanningsveld tussen waarden als veiligheid en privacy
De overheid houdt rekening met normen en waarden die onderdeel zijn van de moraal die heerst in de maatschappij. De ethiek die hieraan ten grondslag ligt, beïnvloedt onder andere de doelstellingen van het ministerie, welke grenzen er zitten aan overheidsbemoeienis en de relatie tussen de overheid en burger. Bij de toenemende digitalisering wordt de overheid bijvoorbeeld geconfronteerd met grenzen rondom privacygevoelige informatie. Welke instrumenten of gegevens mogen instanties onderling uitwisselen en mogen deze gekoppeld worden voor andere doeleinden? Ook de projectmanager heeft in zijn beroepspraktijk te maken met ethische aspecten die voortvloeien uit veranderingen omtrent privacy, veiligheid en andere waarden.
In de praktijk kunnen situaties ontstaan waardoor een projectmanager er niet aan ontkomt om keuzes te maken voor de voortgang van het project. Soms zijn dit keuzes waarbij spanningen ontstaan tussen ethische principes. Een praktijkvoorbeeld waarbij dit duidelijk wordt zijn tunnels. In tunnels wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van camera’s. De aanleiding voor het plaatsen en voornaamste doel van deze camera’s is om te leren van incidenten in tunnels. Als zich een incident voordoet, dan kan de verantwoordelijke projectmanager met het team analyseren hoe dit komt en hoe het verbeterd kan worden. Als gebruiker van de tunnel heb je niets te zeggen over deze camera’s. Je kunt niet eisen dat jij of jouw auto niet wordt gefilmd, dus je zou kunnen stellen dat hier de autonomie van de burger in het geding komt. Als bij een ongeluk door de politie de camerabeelden worden opgevraagd om vast te stellen wie het ongeluk veroorzaakt heeft, kan er spanning ontstaan tussen de autonomie van de bestuurder en rechtvaardigheid. Voor verzekeringsdoeleinden kan het rechtvaardig zijn om middels de camerabeelden vast te stellen wie de schuldige bestuurder is. De bestuurders hebben er echter geen toestemming voor gegeven dat hun gegevens naar henzelf te herleiden zijn, de beelden zijn gemaakt met een ander doel voor ogen.
Ook als medewerker kan deze spanning tussen de principes een rol spelen, als het werk grotendeels gedigitaliseerd wordt. Waar je als werknemer van de overheid eerst meer vrijheid had in het werk, dat nu meer via systemen gaat, kan dat worden ervaren als een inbreuk op de autonomie. Bijvoorbeeld bij het gunnen van opdrachten. Aannemers waar al jaren naar tevredenheid mee gewerkt wordt, moeten hun opdrachten digitaal aanleveren, waardoor andere partijen als ‘beter’ uit de bus kunnen komen, omdat zij het digitaal beter op orde hebben. Dit is een rechtvaardiger systeem, want iedereen dingt mee vanuit dezelfde uitgangspunten, maar kan worden ervaren alsof ‘het systeem’ de beslissing neemt in plaats van ‘de mens’. Als projectmanager moet je afwegingen maken waarbij ook deze spanningen rondom ethische principes deel uitmaken van het beslissingsproces; gaat de autonomie van de medewerker hier voor, de rechtvaardigheid van het systeem of is er een andere oplossing?
In verschillende situaties moeten verschillende overwegingen tegen elkaar worden afgewogen. Want ook al zijn de uitgangspunten helder en is er de intentie om hier aan te voldoen, bij vernieuwende projecten zijn onbedoelde effecten niet altijd bij voorbaat uit te sluiten. De camera’s zijn opgehangen in de tunnel, voordat de politie bedacht dat dit systeem ook kan helpen bij andere doeleinden. Daarom is het bij dergelijke projecten van belang om, voordat er gehandeld wordt, al vragen te stellen over de toepassing en het gesprek aan te gaan met betrokken partijen over mogelijke risico’s van de aanpak. Dit wordt door de techniekfilosoof Jeroen van den Hoven, hoogleraar Ethiek & Technologie aan de TU Delft en wetenschappelijk directeur van Delft Design for Values Institute, ‘Maatschappelijk Verantwoord Innoveren’ (MVI) genoemd. Van den Hoven was najaar 2020 te gast bij een online Nd Masterclass.
De digitale transformatie is bij projecten niet altijd duidelijk zichtbaar en vraagt daarom om kennis ervan bij projectmanagers, plus vindingrijkheid, adaptiviteit en perspectivistische lenigheid met oog voor onderliggende waarden van zowel het team als omgevingspartijen.
[1] Koenen, I., Digitale revolutie in de infra stopt niet: ‘Langzaam doodgaan kan ook’, interview met Bob de Wit in Cobouw, 27 januari 2020
[2] Upstream, een organisatie gespecialiseerd in ‘organisatieverandering in het digitale tijdperk’ onderscheidt deze 3 fases in de digitale transformatie.