Het venijn zit in de staart. Dat geldt ook dikwijls voor projecten. Met het einde in zicht zetten oplopende tekorten, scopewijzigingen, planningsdruk en juridische claims de ooit zo goede samenwerking onder druk. Projectdirecteur Paul Janssen heeft hierop iets bedacht. In zijn project de Rotterdamsebaan creëerde hij een aantal incentives, die hij bewust niet heeft weggegeven in het contract. Zo probeert hij het gif uit de staart te houden. Voor de Rotterdamsebaan lijkt dit te werken, maar kunnen andere projecten er ook iets mee? Is het duurzaam? Klopt het mechanisme? Kan dit juridisch zomaar? Vijf projectdirecteuren en een advocaat bouwrecht nemen de methode onder de loep tijdens een Nd Atelier.
‘Een goed idee verzin je niet, dat jat je’, zegt Paul Janssen als hij in de Bogenzaal van een Haags café zijn methode aan een aantal collega projectdirecteuren uit de doeken doet. Dit idee heeft hij dan ook grotendeels overgenomen van het project Sluiskil waar eveneens een tunnel werd geboord. Toegegeven, Sluiskil was, net als de Rotterdamsebaan, geen project van de rijksoverheid en dat geeft volgens Paul wat meer vrijheid om met dit soort ideeën te experimenteren. ‘Maar,’ voegt hij eraan toe, ‘het feit dat ik het heb kunnen jatten, maakt het wat mij betreft ook interessant voor andere projecten.’