Christa Kempenaar van Rijkswaterstaat kwam in 2008 voor de eerste keer in de rol van programmamanager, bij het Innovatieprogramma Luchtkwaliteit. ‘Bij toeval’, zegt zij, maar ze bleek het leuk te vinden en goed te kunnen, dus daarna kwamen er meer programma’s, zoals de Spoedaanpak en Beter Benutten. Ze schreef in 2016 haar eindopdracht voor het Kernprogramma van Neerlands diep over programmamanagement, en kreeg het thema hoger op de agenda bij Rijkswaterstaat. In maart ontving Christa haar certificaat voor haar deelname aan het Kernprogramma 2014-2016.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit je Kernprogramma-eindopdracht?
‘De essentie van een eindopdracht van het Kernprogramma is dat je iets pakt in je organisatie waarvan je ziet dat het niet goed gaat en waar jij en anderen last van hebben. Ik heb daarbij gekeken naar waar programmamanagers binnen Rijkswaterstaat tegenaan liepen. De uitkomst van die analyse was dat de organisatie niet in staat was programma’s goed te faciliteren. Voor projecten zijn er afdelingen die daarvoor toegerust zijn. Als een project start wordt gekeken naar wat voor mensen nodig zijn, en er zijn vervolgens systemen om capaciteit te regelen en geld beschikbaar te maken. Voor projecten is dat ingeregeld, voor programma’s nog niet.’
Hoe zorg je ervoor dat programma’s beter gefaciliteerd worden?
‘Ik heb mijn eindopdracht naar verschillende mensen binnen Rijkswaterstaat gestuurd, onder andere naar directeur-generaal Jan-Hendrik Dronkers, waar ik vervolgens een gesprek mee heb gevoerd. Jean-Luc Beguin (Hoofdingenieur-Directeur Grote Projecten en Onderhoud) heeft zich eerder al sterk gemaakt voor programmamanagement en heeft het nu opnieuw ingebracht in het bestuur van Rijkswaterstaat. In de notitie die we daar inbrachten stelden we de vraag: wie binnen Rijkswaterstaat kunnen programma’s draaien? Als die mensen namelijk zijn aangemerkt als programmamanagers, kun je gaan matchen, zoals je dat ook voor IPM-rolhouders bij projecten doet. Het besluit is nu genomen om zo’n gestructureerde aanpak verder uit te werken. En besloten is om bij de intake die elk programma moet houden, ook na te gaan of aan alle starteisen voldaan is en of een programma dus echt van start kan.’
Hoe werk je verder bij Rijkswaterstaat aan programmamanagement?
‘Vanuit mijn eindopdracht heb ik samen met een paar collega’s een netwerk gecreëerd van programmamanagers. In dat netwerk kijken we gezamenlijk waar we tegenaan lopen, hoe we dat willen aanpakken, en wie we daarbij nodig hebben. Ruim een jaar geleden is de eerste bijeenkomst geweest, waarna de deelnemers verder wilden en anderen de organisatie van de volgende bijeenkomst op zich namen. Dat waren belangrijke doelstellingen voor mij, dat het niet eenmalig was en dat het niet van mij alleen was. Een mooie speling van het lot vond ik dan ook dat ik bij de tweede bijeenkomst niet eens aanwezig kon zijn, omdat ik een Kernprogrammaseminar had.’
Je zit in de reflectiegroep programmamanagement. Waar werken jullie aan?
‘Er is in november een verkennende bijeenkomst geweest, om te kijken of Neerlands diep op dit thema iets zou kunnen betekenen. Het antwoord was een volmondig “ja”. In de groep zat veel energie en ik voelde veel herkenning. En omdat alle deelnemers al veel basiskennis hadden, konden we meteen een gesprek voeren over het thema. Tijdens de eerste tweedaagse bijeenkomst hebben we meteen de verdieping gezocht, zoals ik dat ook uit het Kernprogramma ken. Dat deden we met Oscar David over macht en Roeland Hillen over zijn ervaringen bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dat vond ik mooi om mee te maken.’
Welke ontwikkelingen zie jij voor programmamanagement?
‘Als je ziet wat er aan maatschappelijke opgaven op ons afkomt, en de eisen die aan overheden gesteld worden, dan kunnen we niet meer op een eiland blijven zitten. Van oudsher zijn we gewend dat we alleen optreden vanuit hetgeen waar we goed in zijn, en daarin alleen de zeggenschap hebben. We zullen als hele organisatie beter moeten leren om dat echt samen te doen, met andere overheden, de markt, belangenorganisaties en kennisinstellingen. Werken vanuit programma’s is een van de mogelijkheden om die samenwerking vorm te geven. Programmamanagement zal daarom blijven, is mijn overtuiging, maar we zullen er wel professioneler in moeten worden.’
Als je vragen hebt aan Christa, dan kun je haar mailen op christa.kempenaar@rws.nl. Wil je meer weten over de reflectiegroep programmamanagement, dan kun je contact leggen met Marjan Lont (marjan@neerlandsdiep.nl of 06 13 26 53 28) of Alijd Bunge (alijd@neerlandsdiep.nl of 06 13 26 88 35).