Het leiderschap van projectmanager Benny Nieswaag van Rijkswaterstaat kun je transformationeel noemen, omdat hij zijn teamleden ruimte geeft en stimuleert en adviseert in hun ontwikkeling om samen succesvol te zijn. Op 13 februari ging Benny in een Nd Webinar hierover in gesprek, aan de hand van verhalen van drie van zijn collega’s. De inleiding en reflectie kwam van organisatiepsycholoog Edu Feltmann.
Je kunt het hele webinar hieronder terugkijken, of in deze afspeellijst op ons YouTube-kanaal de interessantste fragmenten terugvinden.
Edu Feltmann begint zijn inleiding over leiderschap met de observatie dat leiderschap steeds meer in de belangstelling staat, verwijzend naar recente artikelen over zelfsturende teams (Ben Tiggelaar, NRC) en over hoe kinderen op de kleuterschool al worden voorbereid om een leider te worden (Trouw).
Edu is argwanend over het fenomeen leiderschap. Hij denkt dat leidinggeven een aantal waarden kan wegdrukken. Het zit volgens hem in de verhouding tussen innerlijke beschaving (waardigheid) en culturele beschaving (nut). Als je ervan uitgaat dat je het nuttige wilt bereiken, ontstaat de gedachte om daarvoor iemand een speciale (leiderschaps)positie te geven. Daarbij wordt dan voorbijgaan aan zijn uitgangspunt:
‘Waar aandacht heerst zijn regels en leiders overbodig.’
Hij ziet dat de roep om leiderschap verschilt per fase van groepsontwikkeling. In het begin is de roep luider, en is een leider nodig, maar die behoefte wordt minder naarmate de groep zich ontwikkelt. En dan kan die leider zelfs in de weg staan.
De realiteit is dat er een hoop leiders zijn en daarom heeft hij een aantal noties over een goede leider op een rij gezet: dat is iemand die onder meer sensitief en behoedzaam is, met een zeker eigenwijsheid en zich altijd gelijkwaardig aan het team opstelt.
Meer lezen over Edu’s opvattingen over leiderschap en een goede leider? Download hier zijn voorbereidende document voor dit webinar.
Benny werkt aan mooie opgaven – Combiplan Nijverdal, SAA en Renovatie Bruggen – zegt hij. Volgens hem begint zijn leiderschap met het met elkaar begrijpen wat de bedoeling is van de opgave. Hij vindt het belangrijk dat iedereen het leuk vindt zijn of haar bijdrage te leveren, en dat ieder in zijn team bij kan blijven in zijn of haar ontwikkeling.
‘Ik wil graag zien wat mensen drijft en dat ook voelen.’
Benny wil eraan bijdragen dat zijn teamleden zelf de weg kunnen vinden in de snel veranderende inhoud, belangen en ontwikkelingen, en daarvoor een eigen taal ontwikkelt om de bedoeling van de opgave waar te maken. Daarbij is hij steeds minder in beeld als leidinggevende.
Drie collega’s van Benny, Sabine Delrue, Chris de Jong en Leonie Koops vertellen op film over hun ervaringen met Benny’s manier van leidinggeven en gaan daarbij in op drie vragen, waarbij Benny en Edu reageren.
Hoe geeft Benny leiding?
De drie ervaren dat Benny hen veel vrijheid geeft (waarbij Edu opmerkt dat vrijheid geven niet kan), maar dat hij nog wel verantwoordelijk blijft. De collega’s vertellen dat Benny één is met het team, hen hun weg laat vinden, en de opgave – niet de inhoud – centraal stelt.
Benny vindt het belangrijk dat zijn teamleden zichzelf voelen in hun bijdrage die ze leveren aan het team. Inhoud en belangen die spelen in de opgave zijn hulpmiddelen. Het gaat niet om de woorden die je voor deze manier van werken kiest, maar wat erachter schuil gaat en wat de individuele drijfveren van de mensen zijn.
Wat doet Benny als het anders moet?
Als er iets anders moet, laat Benny het mensen zelf ontdekken. Sabine vertelt dat hij dan met een kleine groep aan de slag gaat, en die groep het antwoord laat formuleren. De sturingslijn van Benny is gericht op het meenemen van het team, en dan vooral in het investeren aan de voorkant, vertelt Chris. Leonie zegt dat zij wordt uitgedaagd vanuit de vraag ‘doe ik het goede?’ in plaats van ‘doe ik het goed?’.
Benny herkent zich in deze verhalen. Elke situatie vraagt om een andere manier van werken, waarbij hij wil dat zijn mensen ook op individueel niveau een ontwikkelstap maken.