Deze eindopgave van het kernprogramma 2014 – 2016 gaat over programmamanagement. Omdat me is opgevallen dat er binnen Rijkswaterstaat geen samenhang tussen programma’s noch programmamanagers is. De manier waarop binnen Rijkswaterstaat aan programma’s wordt gewerkt levert kwesties op: het sturen van afzonderlijke projecten in de context van eveneens te behalen programmadoelen staat niet sterk op het netvlies; programma’s zijn vrijwel altijd een unieke situatie; de managers van een programma moeten zelf hun weg vinden in de organisatie en er is weinig handelingsruimte omdat flexibel en adaptief sturen onvoldoende wordt beheerst door de organisatie. Deze kwesties worden in stand gehouden door niet kortcyclisch kunnen werken; het niet kunnen loslaten van de leidende rol van Rijkswaterstaat; het gebrek aan ruimte om richting te kunnen zoeken; het onvoldoende gericht zijn op wat er op Rijkswaterstaat af komt. Uiteindelijk worden de kwesties in stand gehouden door de mensen die in de organisatie werken; het middenmanagement, de collega’s, de programmamanagers en de top. In een onderlinge vergelijking van de rol van programmamanagement lijkt het professionaliseren van programmamanagement bij Prorail, Highways England en Rijkswaterstaat in de kinderschoenen te staan. Van Crossrail kunnen andere overheden in Europa leren.
Programmamanagement zal de komende jaren steeds belangrijker gaan worden voor Rijkswaterstaat en kan een bijdrage leveren in relatie tot een aantal maatschappelijk trends: complexe opgaven op gebied van mobiliteit, water en milieu; toenemende behoefte aan sturing en verantwoording op maatschappelijke doelen; toename van beheer en onderhoud. Deze trends legitimeren het ontwikkelen en professionaliseren van programmamanagement bij Rijkswaterstaat.
Het perspectief op kortere termijn en voor deze eindopdracht van het kernprogramma: Programmamanagers die onderling meer verbonden zijn en die gestart zijn met samen werken aan het ontwikkelen en professionaliseren van programmamanagement bij Rijkswaterstaat. Gedurende mijn werk aan de eindopgave van het kernprogramma zijn programmamanagers dit jaar meer onderling verbonden geraakt. Deze groep bestaat op dit moment uit totaal 50 collega’s. Daarbinnen zijn er 5 tot 10 mensen actief in het opbouwen en voeden van het netwerk. Mogelijk is dit de kleine groep invloedrijken die de starters zijn van de ontwikkeling. Is de unieke kwaliteit die maakt dat er een blijvend netwerk van programmamanagers kan ontstaan aanwezig? Ook de context bepaalt in sterke mate of deze trend groot kan worden. Staan we al op een omslagpunt of moet daarvoor nog meer gebeuren? Ik ben er zelf van overtuigd dat er een ontwikkeling is gestart die zeker niet meer gaat stoppen. Het omslagpunt is nog niet bereikt maar ligt naar mijn mening wel binnen handbereik.